Met een voorwoord van Chretien Breukers.
Wie langs het landhuis De Wildenborch tussen Vorden en Lochem rijdt, moet zich voorstellen hoe daar eens de geleerde en bekende dichter Staring (1767-1849) vrienden uitnodigde om te musiceren, te dansen en voor te dragen. In zijn gedichten en verzen leeft hij ook buiten zijn landgoed voort. Adriaan van Dis schreef: ‘Staring is hartstikke dood, maar als je hem hardop leest – of rapt – blijkt hij springlevend’. De puntdichten in deze bloemlezing bewijzen het. Hij is, zoals de dichter Chrétien Breukers in zijn inleiding schrijft: ‘dichter van de light verse, een lyrisch dichter en een dichter van de lange adem in één’. Het verzameld werk van Staring is niet groot. Bij de samenstelling van zijn bundels was hij behoorlijk kritisch en hij publiceerde lang niet alles wat hij had opgeschreven. Gerrit Komrij meende dat het werk van Staring tot de top van de 19de eeuw behoort. En dus tot de top van de Nederlandstalige dichtkunst in het algemeen. Moge deze bloemlezing een aangename of hernieuwde kennismaking zijn met het werk van een dichter die een grillige humor bezat en die verbonden was met de natuur van zijn gewest.
ISBN: 9789492395252, aantal pagina's: 68