Leo Boudewijns heeft het grootste deel van zijn werkzame leven in de grammofoonplatenwereld doorgebracht. Hij vervulde functies in de nationale en internationale fonografische industrie en hij schreef er meer dan dertig boeken over. Maar een persoonlijke kroniek, waarin hij zijn eigen vurige liefde voor de muziek kon uitdragen was er nog steeds niet van gekomen. Dat is 'Marskramer van de Muze' geworden.

Het is een spannend relaas dat voert langs tal van muzikale genres: een vroege kennismaking met de Gregoriaanse koorzang tot aan enerverende avonturen in de krochten van de hitparades,  ontmoetingen met jazz en blues maar ook met opera's, operettes en zarzuela's, de symfonieën van Mahler, Brahms en Dvorak. Natuurlijk een grote bewondering voor de grote cantor Johann Sebastian Bach. En Mozart en Richard Rodgers en Gerswhin en Bernstein.            

De auteur schrijft dat men in zijn vak noodgedwongen een muzikale omnivoor wordt. Het werd hem niet toegestaan bepaalde muzikale genres uit te sluiten. Dus deelt hij met de lezer zijn liefde voor de Nederlandse meezingers uit de jaren dertig zowel als de poëzie van Annie M.G. Schmidt en Carmiggelt, de Angelsaksische grootmeesters als Ivor Novello en Noël Coward zowel als de vedetten van het Franse chanson.

Een hartverwarmende en inspirerende reis door de wereld van zijn muziek. Het verhaal is verweven met de geschiedenis van twee mensen die in hun liefdesavontuur muzikaal werden begeleid.

ISBN: 9789492395153, aantal pagina's: 310