Twee geïdealiseerde vrouwenfiguren staan aan het begin en het einde van die hartstochtelijke dichterlijke vernieuwing, die van 1880 tot 1890 plaats had en het culturele gezicht van Nederland veranderde: Mathilde was de gedroomde geliefde van Jacques Perk en Mei die van Herman Gorter. De vier dichters die de vernieuwing bepaalden, Jacques Perk, Willem Kloos, Albert Verwey en Herman Gorter, worden in dit boek in hun onderlinge samenhang en in hun prestaties binnen die tien jaren beschreven, niet als een filmscenario en ook niet als een psychologische analyse, maar als een uitvloeisel van bijzondere omstandigheden waarin een aantal bijzondere talenten verzeild raakte.

Aansluitend komt een document ter sprake dat tot nog toe weinig aandacht kreeg: de maar in één handschrift bewaarde sonnettencyclus die Jacques Perk voor zijn vriend Willem Kloos schreef en, omgekeerd, de sonnetten van Kloos voor Perk. Hun vriendschap duurde maar één jaar (1880-1881), maar is - na de vroege dood van Perk in 1881- wel de basis geworden van de verdere ontwikkeling van de dichtkunst in Nederland. Perk is vooral bekend geworden door zijn "Mathilde-cyclus", die door Kloos, in samenwerking met de oudere Carel Vormaer, in 1882 werd gepubliceerd en daarna vele malen herdrukt. Perks - later in dat jaar van vriendschap geschreven en daarom rijpere - cyclus voor Willem Kloos wordt hier volledig afgedrukt en van een nieuw commentaar voorzien.

Corrado Hoorweg is het pseudoniem van Conrad Stibbe (1925-2019). Als archeoloog en classicus heeft Stibbe tal van (populair-)wetenschappelijke werken op zijn naam staan. Zo was hij in 1964 initiatiefnemer van de Phoenix Klassieke Pockets. Van 1971 tot 1986 was hij als archeoloog werkzaam in Italië. Als literair auteur publiceerde hij een aantal dichtbundels. Hij behoorde tot de vriendenkring van de Duitse humanist en dichter Wolfgang Frommel die in 1937 uitweek voor het naziregime.

ISBN: 9789079272389, aantal pagina's: 238

 

De oorspronkelijke opzet van dit boek was een onbekende groep dichters voor het voetlicht te brengen: Vincent Wyand, Adriaan Gaaikema, Gabriel van Emmichhoven, Corrado Hoorweg en Reinout Vreyling. Zij behoorden tot de vriendenkring van de in 1937 uit Duitsland naar Nederland gevluchte humanist en dichter Wolfgang Frommel (1902-1986).

Het boek zoals het nu is verschenen, heeft een bredere opzet. De auteur toont aan dat deze Castrum-dichters minder geisoleerd hebben geopereerd dan men op het eerste gezicht zou denken.  Ze passen binnen de ‘humanistische’ traditie, waarbij humanistisch hier is op te vatten als: zich beroepend op twee fundamentele waarden: die van de Grieks-Romeinse Oudheid en die van het Christendom.

In die humanistische traditie passen ook de Tachtigers. In deze bundel worden met name Willem Kloos, Jacques Perk, Albert Verwey, Frank van der Goes en Herman Gorter behandeld. Frappant is dat de belangrijkste Tachtigers in de persoon van Willem Doorenbos net zo’n belangrijke humanistische leermeester hebben gehad als de Castrum-dichters met Wilhelm Frommel.

Ook bespreekt de auteur in dit boek een aantal individueel opererende dichters die passen in de humanistische stroming, te weten Boutens, Leopold, A. Roland Holst en Ida Gerhardt.

Over de auteur: Corrado Hoorweg is het pseudoniem van de archeoloog en classicus Conrad Stibbe (1925). Tal van wetenschappelijke werken staan op zijn naam. Maar ook een aantal dichtwerken. Eerder verscheen als deel 8 in de PROMINENT-reeks van hem: Van Mathilde tot Mei. De dichters van 1880 en de vriendschapssonnetten van Jacques Perk en Willem Kloos. Hij behoorde tot de Castrum-dichters rond Wolfgang Frommel.

ISBN: 9789079272501, aantal pagina's: 276

 

 

Archeoloog en dichter Coen Stibbe (1925), alias Corrado Hoorweg, ontmoette Wolfgang Frommel in de winter van 1943-1944. “Toen ik op een late middag (het werd al donker) in een boekhandel aan de Keizersgracht aan het rondsnuffelen was, verscheen daar plotseling in de deuropening een figuur die mij meteen fascineerde. Hij droeg een donkere wintermantel, een baskische baret op zijn lange haardos en een wandelstok met een zilveren knop, die ik voor een doodshoofd aanzag. Maar bovenal trof mij zijn gezicht: een adelaarsneus, een gewelfd voorhoofd, een krachtige, maar harmonisch oplopende kinlijn, en gloedvolle ogen, die tegelijk scherp keken en een ongewone, vrije wijsheid uitstraalden. Er was op dat moment niemand anders in die ruime winkel. Wat er toen gebeurde, herinner ik mij alleen nog vaag: de vreemdeling kwam naast mij staan en keek, zonder een woord te zeggen, met mij in hetzelfde boek dat voor mij lag. Zijn vinger wees op iets dat daar stond. Toen verdween hij, loste op in het niets leek het, want ik zag of sprak hem niet meer. Maar thuisgekomen zei ik tegen mijn moeder: ‘Vandaag heb ik een mens gezien’. Zij begreep dat niet: er zijn toch zoveel mensen?! Was mij een visioen of een werkelijkheid overkomen?”

Het boek In de schaduw van Pan Saturnius. Het verhaal van een Duits-Nederlandse vriendschap in de jaren 1944-1986 bevat een dubbelportret. Het is, zoals de auteur schrijft: ‘De geschiedenis van het samengaan van een oudere en een jongere man, zogezegd van een vader en een zoon’.

ISBN: 9789492395146, aantal pagina's: 310